EXPERTEN IN PENSIOENEN

home > U bent werkgever >  > Het aanvullend pensioen : het extralegaal voordeel bij uitstek > Welke fiscaliteit is van toepassing op een aanvullend pensioenplan ?

Welke fiscaliteit is van toepassing op een aanvullend pensioenplan ?


 

STORTINGEN

 

Welke taksen of bijdragen dienen betaald te worden op de gedane stortingen in het kader van een aanvullend pensioenplan?

 

Een taks op de verzekeringsverrichtingen van 4,40% is verschuldigd op de premies leven/overlijden en arbeidsongeschiktheid.

 

Een speciale socialezekerheidsbijdrage van 8,86% wordt eveneens berekend op de patronale premies leven/overlijden van de aangesloten werknemers aan de groepsverzekering of aan de pensioenverbintenis. Deze bijdrage wordt berekend op de patronale premie, zonder taks op de verzekeringsverrichtingen.

 

De werkgever moet dit bedrag aan de RSZ storten ten laatste de laatste dag van de maand die volgt op het trimester waarin de stortingen gedaan werden.

 

Daarnaast is een nieuwe speciale socialezekerheidsbijdrage van 3% verschuldigd op de "hoge" aanvullende pensioenen. De werkgevers moeten deze bijdrage jaarlijks in het 4de trimester betalen op de bijdragen in het kader van een aanvullende pensioenverbintenis van de 2de pijler zodra het geheel van deze bijdragen de som van 30.000 € per jaar (jaarlijks te indexeren, 32.472,96 in 2018) per werknemer overschrijdt.

 

Onder welke voorwaarden zijn de patronale bijdragen « Pensioen/Overlijden » aftrekbaar als beroepskosten?

 

Ze moeten definitief gestort zijn, aan een verzekeringsmaatschappij of aan een voorzorgsinstelling die gevestigd is in de Europese Economische Ruimte.

De wettelijke en bovenwettelijke prestaties bij pensionering, uitgedrukt in jaarlijkse renten, mogen niet hoger liggen dan 80% van de laatste normale bruto jaarlijkse bezoldiging en moeten rekening houden met een normale duur van beroepsactiviteit. In het kader van een individuele pensioenverbintenis ten gunste van een werknemer: naast de grens van 80% mag de premie van de werkgever het bedrag van 1525€ per jaar niet overschrijden (geïndexeerd: 2.440€ voor het jaar 2018).

 

Onder welke voorwaarden zijn de patronale bijdragen « Arbeidsongeschiktheid » aftrekbaar als beroepskosten?

 

Ze moeten definitief gestort zijn aan een verzekeringsmaatschappij of aan een voorzorgsinstelling die gevestigd is in de Europese Economische Ruimte.

 De wettelijke en aanvullende prestaties in geval van arbeidsongeschiktheid, uitgedrukt in een jaarlijkse rente, mogen de normale bruto jaarlijkse bezoldiging niet overschrijden.



 

PRESTATIES 

 

Hoe zullen de PENSIOENkapitalen belast worden? 

 

De volgende inhoudingen worden toegepast bij de storting van de prestaties aan de begunstigde op de pensioendatum:

 

1. Inhouding RIZIV :

De RIZIV-inhouding bedraagt momenteel 3,55 % van het bruto totale bedrag (winstdeelnemingen inbegrepen) van het kapitaal. Ze wordt ingehouden door de pensioeninstelling en doorgestort aan de Federale Pensioendienst.

 

Solidariteitsbijdrage :

De bijdrage wordt berekend op het totale brutobedrag (winstdeelnemingen inbegrepen) van het kapitaal. Ze wordt ingehouden door de pensioeninstelling volgens het onderstaand barema en doorgestort aan de Federale Pensioendienst. Deze laatste herberekent de definitieve bijdrage volgens hetzelfde barema, maar rekening houdend met het geheel van de pensioenkapitalen (en/of rente) die betaald werden door de verschillende instellingen alsook met het wettelijk pensioen. Een eventueel overschot of tekort zal rechtgezet worden door diezelfde Federale Pensioendienst, in principe binnen de zes maanden.

 

 

 

2. Personenbelasting

Personenbelasting: De kapitalen zijn onderworpen aan een afzonderlijk belastingsstelsel. De pensioeninstelling houdt een bedrijfsvoorheffing in van 16,66 %. Deze voorheffing wordt teruggebracht tot 10,09 % voor de kapitalen die opgebouwd zijn door persoonlijke bijdragen gestort na 01/01/1993 en voor de kapitalen die opgebouwd zijn door patronale toelagen indien ze uitgekeerd worden op de wettelijke pensioenleeftijd (momenteel 65 jaar) en indien de beroepsactiviteit tot die leeftijd behouden bleef.

 

Het gedeelte dat opgebouwd werd door patronale bijdragen is echter onderworpen aan een bijzonder stelsel indien het kapitaal gestort wordt wanneer de aangeslotene 60 of 61 jaar is en hij niet met wettelijk pensioen gaat. Het kapitaal zal dan belast worden aan 20,19% op 60 jaar en 18,17% op 61 jaar. 


 

Hoe zullen de kapitalen OVERLIJDEN belast worden? 


Bij het overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum van het contract worden de volgende inhoudingen verricht wanneer de prestaties aan de begunstigde worden gestort:

 

1. Inhouding RIZIV :

De RIZIV-inhouding bedraagt momenteel 3,55 % van het bruto totale bedrag (winstdeelnemingen inbegrepen) van het kapitaal. Ze is enkel verschuldigd indien de kapitalen aan de overlevende echtgenoot worden gestort. Ze wordt door de pensioeninstelling ingehouden en aan de Federale Pensioendienst doorgestort.

 

Solidariteitsbijdrage :

De bijdrage wordt berekend op het totale brutobedrag (winstdeelnemingen inbegrepen) van het kapitaal. Ze is enkel verschuldigd indien de kapitalen aan de overlevende echtgenoot worden gestort.

Ze wordt ingehouden door de pensioeninstelling volgens het onderstaand barema en doorgestort aan de Federale Pensioendienst. Deze laatste herberekent de definitieve bijdrage volgens hetzelfde barema, maar rekening houdend met het geheel van de pensioenkapitalen (en/of rente) die betaald werden door de verschillende instellingen alsook met het wettelijk pensioen. Een eventueel overschot of tekort zal rechtgezet worden door diezelfde Federale Pensioendienst, in principe binnen de zes maanden.


 

 

 

2. Personenbelasting:

De kapitalen zijn onderworpen aan een afzonderlijk belastingsstelsel. De pensioeninstelling houdt een bedrijfsvoorheffing in van 16,66 %. Deze voorheffing wordt teruggebracht tot 10,09 % voor de kapitalen die opgebouwd zijn door persoonlijke bijdragen gestort na 01/01/1993.

 

De bovenvermelde voeten worden berekend op het brutobedrag van de kapitalen, verminderd met de winstdeelnemingen, de RIZIV-inhouding en de solidariteitsbijdrage. Bij die belasting aan de bron komen nog de gemeentelijke opcentiemen die geïnd worden bij de berekening van de inkomstenbelasting van het jaar. Een fiscale fiche zal dan opgestuurd worden.

 

3. Successierechten:

Ze zijn verschuldigd door de begunstigde op het netto uitgekeerd bedrag volgens het geldend tarief in de verblijfplaats van de overledene. Indien de echtgenoot of de kinderen van minder dan 21 jaar begunstigde zijn, zijn geen successierechten verschuldigd. De wettelijke samenwonende wordt niet gelijkgesteld met de samenwonende. Hij moet dus wel successierechten betalen.
De begunstigden van een aanvullend pensioenplan ten gunste van zelfstandige bedrijfsleiders moeten in elk geval successierechten betalen.

 

  

Hoe zullen de WEZENRENTEN belast worden ?


De wezenrenten zullen onderworpen zijn aan een bedrijfsvoorheffing gaande van 11,11 % tot 37,35 %. De wezenrenten worden aan de kinderen ten persoonlijke titel gestort. Ze worden dus niet gecumuleerd met de inkomsten van de overlevende echtgenoot.

  

 

Hoe zullen de INVALIDITEITSRENTEN belast worden ?

 

De vergoedingen worden samengevoegd met de andere inkomsten van het jaar. Ze zijn onderworpen aan inkomstenbelasting als een vervangingsinkomen. De pensioeninstelling houdt op de gestorte rente een bedrijfsvoorheffing van 22,20% in.

 
 

Hoe zullen prestaties betaald aan NIET-INWONENDE begunstigden belast worden ?

 

Indien de begunstigde in een ander land dan België woont, moet nagegaan worden of er een overeenkomst tot het vermijden van een dubbelbelasting werd getekend tussen dit land en België.

 

1. Ofwel werd een overeenkomst tot het vermijden van een dubbelbelasting getekend tussen België en de woonstaat van de begunstigde:

 

  • Indien de heffingsbevoegdheid toekomt aan de woonstaat van de begunstigde, is er geen belastingheffing in België (na afgifte van een attest van fiscale woonplaats en eventueel een attest van inkomstenbelastingheffing in de woonstaat).
  • Indien de heffingsbevoegdheid aan België toekomt, zullen de prestaties onderworpen zijn aan personenbelasting in België.

 

2. Ofwel werd er geen overeenkomst tot het vermijden van een dubbelbelasting getekend tussen België en de woonstaat van de begunstigde, en komt de heffingsbevoegdheid toe aan België.

 

 

Hoe zullen prestaties betaald onder de vorm van RENTEN belast worden ?

 

Eens hij zijn kapitaal ontvangen heeft, heeft de begunstigde de mogelijkheid de omzetting van het nettokapitaal (na belastingen en bijdragen) in renten te vragen. Elke rente zal belast worden aan het afzonderlijk tarief van 30% (+ gemeentelijke opcentiemen) op 3% van het rentevestigend kapitaal. Meer weten